‘Les sanglots longs, des violons, de l’automne blessent mon cœur, d’une langueur, monotone’

(De lange snikken van de violen van de herfst verwonden mijn hart in lome monotonie)

 

Dit is de eerste regel van een beroemd Frans gedicht dat Paul Verlaine in 1866 schreef. Elisabeth, het meisje dat haar vakanties bij ons in de jaren 90 doorbracht, kon het uit haar hoofd opzeggen. Knap! Ze was dan ook een erg slimme leerlinge. Als we naar haar schoolresultaten vroegen, vertelde ze vaak dat ze tot de 10-15% best scorende leerlingen hoorde van haar klas.

Toen ik net zo oud was, geen idee hoeveel procent kinderen het beter of beroerder deden dan ik. Geen leerkracht die op het idee kwam om dat soort percentages met scholieren te delen.

Vanochtend las ik in de krant een artikel over doodsbange Franse leerlingen. Over klagende ouders die vertellen dat  hun kinderen verworden tot depressieve schapen. Die mopperen dat de school niet aanmoedigt en geen zelfvertrouwen geeft. Ik moest onwillekeurig terugdenken aan ‘onze’ Elisabeth. Ze kwam uit een grauwe voorstad van Parijs en woonde met haar moeder en een trits broertjes daar in een troosteloos flatje. Er was bij haar thuis altijd gedoe over geld. Of beter, over het gebrek er aan. In de buurt waar ze woonde was veel geweld. Haar vakanties bij ons waren adempauzes. Maar dat was school voor Elisabeth ook. Dankzij school ontsteeg ze het milieu waar ze vandaan kwam. En hoe. Ik heb al jaren geen contact meer met Elisabeth, maar een zoektocht op internet leerde me dat ze accountant is. Daarbij stuitte ik ook op deze foto. Een foto van een mooie, stralende Elisabeth.

Ik geloof het direct, dat het onderwijssysteem funest is voor veel kinderen. Maar ik weet tegelijkertijd dat er ook daar veel positief stimulerende leerkrachten in klassen te vinden zijn. Het staat, zo begrijp ik, helaas niet in het rapport. Wat er vast ook niet in staat: dat wat bij het ene kind niet werkt, voor het andere kind juist bijzonder goed uitpakt. En dat leerkrachten en scholen moeten kijken naar kinderen, ze doorvoelen – en zo beseffen wat ieder individueel kind nodig heeft. En dat het voor ieder kind wat anders is.

Wat Elisabeth betreft: ik vermoed dat zij veel baat had bij het strenge en competitieve onderwijssysteem. Ze declameerde een gedicht dat ze op die leeftijd waarschijnlijk amper begreep. Maar ze leerde er mee automatiseren, ze onthield er de namen door van poëten waar Frankrijk trots op is en ze kreeg zelfvertrouwen van de wetenschap dat 85 tot 90 procent van klasgenoten minder goed presteerden. Het hielp haar om na de basisschool te gaan studeren en uiteindelijk accountant te worden. Veel kinderen werden er mismoedig van, voor Elisabeth pakte het juist goed uit,

Op de foto zie ik een vrouw die straalt. En die vast nog wel eens mijmert over ‘Les sanglots longs…’