Dit weekend las in de Trouw een erg mooi geschreven verhaal. Van een vader. Over dat zijn zoon op de middelbare school zit. En hij er nu ineens niet meer toe doet. Tot voor kort was hij betrokken bij alles wat zijn zoon deed of wat zijn zoon aanging. Op school, bij vriendjes, bij de sportclub. Noem het maar op. Maar met de overstap van de basisschool naar de middelbare school is alles ineens anders.
Gesprekken lopen, schrijft de vader, ongeveer zo:
Ik vraag: “Hoe gaat het?”
Hij zegt: “Goed.”
Nooit is er iets. Nooit gaat het niet goed, nooit heeft hij een slechte dag gehad.
Ik vraag: “Wat heb je allemaal gedaan?”
“Gewoon.”
“Heb je het leuk gehad op school?”
“Ja.”
Dat schiet ook niet op.
“Vertel eens dan.”
Hij schudt zijn hoofd of hij zegt: “Even niet.”
Veel ouders herkennen zich vast in het verhaal van die vader in Trouw. Ouders moeten accepteren dat hun zoon of dochter nu vooral vrienden en vriendinnen belangrijk vindt. Het goede nieuws is dat het weer goedkomt. Nog een paar jaar en zoon of dochter weet u weer te vinden.