Woensdag ga je kiezen. Je kiest die dag je volksvertegenwoordiger in Provinciale Staten. En ook nog eens iemand voor het waterschap. Of je gaat niet stemmen en dat is ook een keuze.

Je kiest de hele dag door. ‘Blijf ik nog tien minuten in bed liggen of ga ik er nu uit?’ Dat zou zomaar de eerste keuze van de nieuwe dag kunnen zijn. De laatste, voor je in slaap valt: ‘Morgen ga ik op de fiets naar het werk en sta ik dus een half uur eerder op.’ Tussen die keuzes zit een dag van nog meer keuzes. Je kiest er voor naar het toilet te gaan, pindakaas op je boterham te doen, dat ene artikel in de krant te lezen en op die gedroomde baan te solliciteren.

Als je bij al deze keuzes nadrukkelijk zou stil staan, kom je tijd tekort om verder nog iets te doen. Vandaar dat je er voor kiest (!) om sommige keuzes ondoordacht, op gevoel te maken. Maar dat geldt niet voor de aankoop van een woning, voor trouwen of voor het innemen van medicijnen. Daar sta je wat langer bij stil.

Dat gaat ook op voor de keuze voor een profiel of een studie. Ook hier geldt dat we onbewuste keuzes maken, maar we streven er naar toch vooral rationeel te kiezen. Daarbij hoort dat we testen maken, open dagen bezoeken en gesprekken voeren met bekenden en met goed opgeleide adviseur. Verstandig. het geeft het gevoel het keuzeproces goed te beheersen en dat is een prettige gevoel. Wat niet hetzelfde is als zekerheid. Want keuzes kunnen ook met een grondig afwegingsproces achteraf verkeerde keuzes blijken. Maar zelfs dan geldt dat die verkeerde keuze wat opleverde. Omdat je op die studie de liefde van je leven ontmoette, omdat je door die studie jezelf beter leerde kennen of omdat je ontdekte dat je op jezelf mag vertrouwen – bijvoorbeeld omdat je je door docenten liet overreden een studie te kiezen waar je stiekem al over twijfelde.

Eén keuze heb ik een poos terug al gemaakt: ik ga woensdag stemmen. Bij de Provinciale Staten wordt dat een bewuste, weloverwogen keuze. Bij het waterschap wordt het een keuze op gevoel, die ik pas in het stemhokje maak.