Vanmiddag gehoord op de radio. Een desperate vader: “Wat moet ik toch aan met mijn zoon? Hij wil iedere dag iets anders gaan studeren. Maar hij moet wel goed kiezen, want anders heeft hij straks geen werk. En ik weet hoe erg dat is, geen werk. Ik doe al twee jaar vrijwilligerswerk in het bejaardentehuis, terwijl ik gediplomeerd activiteitenbegeleider ben. In wat voor een wereld leven we toch?”
Ik begrijp die vader. U vast ook. Zoals we ook de worsteling van jongeren begrijpen die een studie gaan kiezen. Of na die studie hengelen naar een baan. Ook al trekt de economie weer wat aan, de vanzelfsprekendheid van een baan is er niet meer. De dynamiek op de studie- en arbeidsmarkt is groot. En lijkt zelfs groter dan dat ie ooit was.
Lijkt.
Ons geheugen laat ons soms danig in de steek. Jongeren worstelen al decennia met hun studiekeuze. Met hun puberteit. Met de strijd tussen onbekommerd leuke en domme dingen doen en, vaak door ouders en docenten ingefluisterd, serieus werk maken van hun toekomst. Die worsteling is van alle tijden.
En er waren wel vaker perioden dat het moeilijk was om aan het werk te komen. Weet de vader, die vandaag op de radio was, nog van de jaren 80? Toen kwamen jongeren amper aan werk en werden mensen massaal ontslagen.
Zo nu en dan wordt de oplossing gezocht in bureaus die mensen lange tijd gaan begeleiden. Reïntegratiebureaus die met ‘trajecten’ zich storten op de markt van werklozen. Enige tijd geleden was er een hoop publiciteit over het gebrek aan resultaat van die bureaus. Opmerkelijk: van de kant van die bureaus bleef het akelig stil.
Het kan zoveel sneller, goedkoper en bovenal effectiever. Drie gesprekken. Vier misschien. Met iemand die kijk heeft op talenten en vaardigheden van de hulp vragende studenten en werkzoekenden. En ook nog eens verstand heeft van de arbeidsmarkt.
Maar waar vindt u zo iemand? Goed nieuws: u heeft haar al gevonden.