‘Coalitie wil taaltest voor alle peuters’, kopte de krant deze week. In de media laaide de steeds terugkerende discussie weer eens op. Een discussie tussen de vele tegenstanders (“Zijn ze nu gek geworden, peuters moeten spelen”) en voorstanders (“Des te eerder worden taalachterstanden opgespoord en kan er worden ingegrepen”).
En dan is er nog de discussie over de CITO-toets. Die is er elk voorjaar weer en is onderhand net zo traditioneel als het eerste tonnetje haring. Ook zijn er al veel artikelen gewijd aan de verplichte taal- en rekentoetsen voor MBO’ers en VO-leerlingen. Er wordt wat afgetest en er wordt wat gemopperd over die testen.
Testen. Zinnig of onzinnig?
Er zijn goede testen. En er zijn testen die ronduit flut zijn. Die van de inktvlek bijvoorbeeld. Of die u zowat wekelijks in het weekblad Viva ziet staan. Als het nergens over gaat, dan is het zo erg niet. Maar bij de keuze voor een school, studie of beroep gaat het wél ergens over.
Ik werk met goede en betrouwbare testen, voorzien van het COTAN keurmerk. En vooral werk ik zo min mogelijk met testen. Liever praat ik met en luister ik naar de jongere die ik tegenover me heb zitten. Want ik vind het gesprek met de jongere het belangrijkste. Maar soms twijfelen jongeren (en hun ouders) enorm over hun capaciteiten. Dan biedt de uitslag van een capaciteitentest een uitkomst. Dan blijkt bijvoorbeeld dat ze nog meer kunnen dan ze nu laten zien. Of dat ze al behoorlijk op de toppen van hun kunnen presteren. Ook is een test handig als ze geen idee hebben wat ze nu echt interessant vinden en welke beroepsrichtingen bij hun kwaliteiten horen. Dan kan de uitslag van een interessetest inzicht geven. Maar het is nooit die uitslag alleen. Die uitslag is meestal een gespreksonderwerp. Het geeft vaak inzicht. “Oh, daarom lukt het verklaren van teksten zo slecht”, klinkt het dan bij een lage score op het onderdeel ‘analogieën’ van een capaciteitentest. Of “Oh, maar dat is toch logisch dat ik het belangrijk vind anderen te helpen” bij een hoge score op het ‘Sociale menstype’ van het Holland Zelf Onderzoek.
Een test bij de toelating van een school vind ik doorgaans onzinnig. Zo’n test is alleen bedoeld om eventuele risico’s voor de school te beperken. Testen als selectiemiddel, daar moet ik sowieso niet veel van hebben. Maar een test die zorgt voor zelfinzicht is meer dan welkom. Het maakt het voor een jongere makkelijker om keuzes te maken. En is het begin van een goed gesprek.